De gewone zeedonderpad is een van de meest geliefde wintervissen in zeeland.
Hij heeft een groot breed hoofd met verschillende stekels erop. In het paarseizoen kleurt de buik van de mannetjes meestal fel rood en de vrouwtjes oranje. Maar zoals bij alles in de natuur, zijn verschillende kleurvariaties ook mogelijk. Niet altijd even makkelijk te herkennen tijdens het duiken dus…
Een andere manier om het geslacht te raden van de zeedonderpad: Mannetjes zijn over het algemeen iets kleiner dan de dames die tot wel 30cm groot kunnen worden.
Opmerkelijk aan deze vis is dat hij geen zichtbare schubben heeft en een eerder glad lichaam. Enkel langs het zijlijnorgaan kan je stekels opmerken. Ze hebben ook verschillende scherpe stekels op hun eerste rugvin.
Het is een echte vreet machine. Kleine vissen, garnalen, … alles gaat erin. Hij jaagt vooral ’s nachts, maar als er overdag iets lekker voorbij komt zal hij het zeker niet laten liggen. Blijf er tijdens het duiken dus even bij, wie weet heb je geluk.
De wintermaanden januari en februari zijn voor de donderpad de belangrijkste maanden van het jaar. Dan gaan ze zich voortplanten. De vrouwtjes leggen fel roze eitjes. De mannetjes op hun beurt hebben de taak om hun kroost te beschermen. Ze verdedigen de eitjes tegen rovers, maar zorgen ook voor zuurstofrijk water rond de eitjes. Dit doen ze door regelmatig met hun vinnen over de eitjes te wapperen.
Als de jongen uitkomen zijn ze volledig op zichzelf aangewezen. Piep klein, maar klaar om de wijde wereld in te trekken.
Gebruikte uitrusting: Quantum BCD, X-Vision masker, Abyss automaat, de oude getrouwe Avanti Quattro + vinnen.